Al als kind wordt ons al geleerd dat een kleurplaat alleen mooi is als het binnen de lijntjes is gekleurd met de juiste kleuren, zodat het overeen komt met de werkelijkheid. Ook waarderen we het onbeschadigde nieuwe meer dan het versleden oude. Deze Westerse gedachte komt voort uit het oude Griekse tijdperk waarbij de schoonheidsidealen zoals we die nu kennen zijn begonnen: perfectionistisch, nieuw, symmetrisch en proportioneel; niet accepteren wat is, maar altijd op zoek naar wat zou kunnen zijn.
In Japan is dat anders, daar hebben ze een mooi woord voor de schoonheid van het imperfecte: Wabi Sabi. Toen ik jaren geleden als jonge jongen met schisis van dit principe hoorde, veranderde mijn kijk op het leven.
Wabi Sabi?
Waar de Westerse wereld vooral gefocust is op wat zou kunnen zijn, vindt Wabi Sabi schoonheid in wat is. Een soort mindfulness (acceptatie en leven in het nu) dus. Er is niet echt een echte definitie voor Wabi Sabi, maar de Japanse woorden Wabi Sabi staan breed vertaald voor eenvoud, het zien van de schoonheid in het imperfecte en de acceptatie van het veranderingsproces. Concreet betekent het drie dingen:
1. Niets is perfect
2. Niets is blijvend
3. Niets is af
Perfectie is saai
Wabi Sabi ontstond in de 15e eeuw in Japan als tegenhanger van de Chinese cultuur, waarbij voortdurend werd gestreefd naar perfectie. Iets wat ook geldt voor de hedendaagse Westerse cultuur. Misvormde tomaten worden weggegooid, moedervlekjes worden weggehaald en de gebreide sokken van je oma trek je liever niet aan. Wat overblijft is een saaie levenloze wereld waarbij alles ‘perfect’ is. De perfecte huid, genetisch gemanipuleerde broccoli, spiksplinternieuwe auto en hagelwit design serviesgoed? Het bestaat al. Miljoenen mensen hebben het zelfs. Goedkope productietechnieken in fabrieken zorgen ervoor dat ieder ideaal haalbaar en betaalbaar wordt voor iedereen. Levenloos en saai.
Een uniek exemplaar
Zodra de invloed van ons gebruik op een voorwerp te zien is – een vingerafdruk, een vlek, een scheur, een ziekte – beschouwen we het voorwerp als ‘versleten’. Het is niet meer in oorspronkelijke staat. Weg ermee. Bij Wabi Sabi gaat het juist om de invloed van het gebruik van het voorwerp, het creëert een waarde die geen fabriek kan maken.
Een imperfectie die niet met opzet is gecreëerd is mooi. Zo zijn er wereldwijd miljoenen verzamelaars van druk- en productiefouten voor bepaalde objecten, bestaan er kromkommers, en draag ik de zelfgebreide blauw/groene (de blauwe garen waren halverwege op) sokken van mijn inmiddels overleden oma. Het is niet Wabi Sabi gemaakt, maar zo geworden.

De dames van Kromkommer waarderen gekke groenten en maken er soep van
Wabi Sabi en schisis
Wabi Sabi is een gedachte die veel terugkomt in de kunst en architectuur, maar het is vooral ook een manier van leven. Neem de tijd om Wabi Sabi te ontdekken in jouw omgeving, je hoeft er niet ver voor te reizen om de schoonheid te vinden in de eenvoud of het onvolmaakte. Probeer maar eens uit bij jezelf hoe vaak je in het dagelijks leven geconfronteerd wordt met (im)perfectie en wat je reactie daarop is. Gooi je een versleten object zonder na te denken weg? Hoe ga je om met imperfecte mensen? Je hoeft van mij geen zwe(r)verig type te worden, maar het kan helpen bij de acceptatie van onzekerheden die je zelf hebt, bij bijvoorbeeld een schisis (van je kind).
Door niet te streven naar perfectie, maar juist de schoonheid te zien in het imperfecte wordt je gelukkig.
Bonus: Pascale Bruinen schreef een tijdje terug een leuke column over haar kennismaking met Wabi Sabi.